De Europese Centrale Bank heeft besloten dat het streefpunt voor inflatie in de landen die de euro hebben aangenomen (Eurozone) tussen de 0 en 2% moet zijn. Tussen 1968 en 1998 was de Duitse inflatie maar 6 jaar beneden de 2%.
Het criterium voor lidmaatschap van de EMU is een totale nationale schuld van maximaal 60%. Dit was gebaseerd op de gemiddelde schuld/GDP-verhouding voor de potientiƫle lidstaten, toen er in 1991 over de EMU werd onderhandeld. Het is mogelijk om mee te doen met de euro als de schulden zijn teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau.
De 3% de GDP prijslimiet voor het maximaal toegestane budgettekort voor eurozoneleden (bepaald in een protocol (over de procedure bij het overschrijden van het tekort), en in Art. 121 ITEC) is bekrachtigd door de westbepalingen van het Stabiliteits- en Groeipact, welke nog strenger zijn.
In een normaal financieel jaar, zouden er helemaal geen tekorten moeten zijn, behalve wanneer er bijzondere achteruitgaande condities zijn. Deze deden zich voor in Duitsland in 2002, waardoor de voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi, verwees naar de maximale 3% tekort op het budget als zijnde 'stom', omdat het de regering ervan weerhield om de uitgaven van het publiek aan te moedigen en zo de recessie tegen te gaan.
De afspraak van een maximum van 3% tekort op het budget is gebroken door Frankrijk en Duitsland in 2003. Daarmee riskeren zij een geldboete.
Links
Zie ook convergentiecriteria en Economische en Monetaire Unie.