Overeenkomst van Luxemburg
- (Photo: www.morguefile.com)
In juni 1965 startte de Franse president Charles de Gaulle met een boycot van alle bijeenkomsten van de Raad – de ""lege stoel crisis".
Overeenkomstig het verdrag van Rome van 1957 moest over landbouw- en begrotingskwesties bij meerderheid worden beslist na een overgangsperiode waarin daaroverunaniem zou worden besloten. Aan het einde van die overgangsperiode weigerde De Gaulle de afschaffing van de unanieme stemming te aanvaarden, en zo begon de Franse boycot.
Tegen januari 1966 werd een compromis gevonden waardoor de lidstaten een veto konden stellen tegen besluiten die ze als een "vitaal nationaal belang" beschouwden.
Het "Compromis van Luxemburg" heeft geen juridische status, maar was een politieke overeenkomst die werd uitgedrukt in een "communiqué" waarin werd verwezen naar de meningsverschillen tussen Frankrijk en de andere vijf stichtende lidstaten van de EEG.
Toch werd het compromis in acht genomen tot december 1985, toen de presidenten en eerste ministers van de lidstaten overeenkwamen het te vergeten en elkaar toe te staan te ontkennen dat ze hadden afgesproken het te zullen vergeten.
Opmerkingen
- In 1982 probeerde het VK het veto te gebruiken tegen de voorgestelde prijsverhogingen voor landbouwproducten, maar de andere lidstaten weigerden het te erkennen omdat het VK daarmee een Britse bijdragevermindering wilde bereiken.
- In 1984 werd voor het laatst met succes een veto gesteld onder verwijzing naar een vitaal nationaal belang.
- In mei 1988 probeerde Griekenland het veto te gebruiken, maar tevergeefs.
Het politieke vetorecht, het zogenaamde Compromis van Luxemburg, mag niet worden verward met het vetorecht dat elke EU-lidstaat overeenkomstig de Verdragen heeft met betrekking tot de beleidsterreinen waarop nog altijd unanimiteit is vereist.
Een soortgelijk vetorecht werd door het TEU in het w treaty_of_amsterdam]Verdrag van Amsterdam[/w] ingevoegd met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid: de lidstaten kunnen beletten dat de Raad bij gekwalificeerde meerderheid besluit de zaak aan de Europese Raad voor te leggen, die dan unaniem moet besluiten.
De toekomst
De Conventie zal het Compromis van Luxemburg definitief afschaffen via de artikelen I-22 en I-33.
De voormalige rechthand van Jean Monnet, Georges Berthoin, stelde voor het vetorecht in vitale aangelegenheden te herstellen door te vragen dat een eerste minister mogelijk zou worden verplicht een veto op een EU-top te verdedigen.
Dat voorstel werd door de groep Democratisch Forum verspreid in de Conventie met de aanvullende vraag dat over het veto ook door het betrokken nationale parlement i een openbaar debat moet worden besloten.
Links
http://europa.eu.int/scadplus/leg/en/cig/g4000l.htm#l2