Werkgevers en werknemers zijn georganiseerd in de Europese sociale partners UNICE, CEEP, en ETUC. Ze kunnen collectief onderhandelen met elkaar en overeenkomsten sluiten. Collectieve overeenkomsten zijn niet bindend op het EU-niveau. Ze moeten door een richtlijn ingesteld worden en/of in overeenstemming zijn met de arbeidswetvoorzieningen van de lidstaten.
Lidstaten zijn niet verplicht om EU-brede collectieve overeenkomsten na te komen, maar ze moeten wel garanderen dat EU-richtlijnen gebaseerd op zulke overeenkomsten, getransformeerd worden in wetten, die ook degenen insluit die niet bij de handelsunie zijn aangesloten.
Dit wordt genoemd het erga omnes principe. Het implementeren van Europese collectieve overeenkomst door collectieve overeenkomst op nationaal niveau is de verantwoordelijkheid van de nationale sociale partners.
De toekomst
De Europese Grondwet maakt sommige delen van het sociaal beleid een gedeelde bevoegdheid - EU-wetgeving zal dan komen boven de nationale wetgeving en die overnemen. De nieuwe Europese Grondwet neemt het speciale artikel over over de sociale dialoog tussen de sociale partners.