De besluitmakende regels eisen een w absolute_majority]absolute meerderheid[/w] van lidstaten (8 van de 15 voor de uitbreiding), maar het wordt zelden gebruikt.
Veel gebruikelijker is unanimiteit en de gekwalificeerde meerderheidsstemming. Dit betreft ook wegen van de stemmen. De weging van de stemmen staat in relatie tot de bevolkingsaantallen van de verschillende landen. Tot 1 mei 2004 is de vereiste meerderheid 62 van de 87 stemmen zijn (zie tabel).
De blokkerende minderheid is daarom 26 stemmen. Het gewicht van de stemmen gaat als volgt:
Belgie | 5 |
Denemarken | 3 |
Duitsland | 10 |
Griekenland | 5 |
Spanje | 8 |
Frankrijk | 10 |
Ierland | 3 |
Italie | 10 |
Luxemburg | 2 |
Nederland | 5 |
Oostenrijk | 4 |
Portugal | 5 |
Finland | 3 |
Zweden | 4 |
Verenigd Koninkrijk | 10 |
Het Verdrag van Nice stelt dat na de uitbreiding van de EU met tien nieuwe landen voorstellen goedgekeurd moet worden als ze gesteund worden door een dubbele meerderheid. Dat is, een meerderheid van lidstaten, ook vertegenwoordigend 62% van de EU-bevolking. De stemmen van de lidstaten worden als volgt geteld.
Duitsland | 29 |
Verenigd Koninkrijk | 29 |
Frankrijk | 29 |
Italie | 29 |
Spanje | 27 |
Polen | 27 |
Nederland | 13 |
Griekenland | 12 |
Tsjechische Republiek | 12 |
Belgie | 12 |
Hongarije | 12 |
Portugal | 12 |
Zweden | 10 |
Oostenrijk | 10 |
Slowakije | 7 |
Denemarken | 7 |
Finland | 7 |
Ierland |
7 |
Litouwen | 7 |
Letland | 4 |
Slovenie | 4 |
Estland | 4 |
Cyprus | 4 |
Luxemburg | 4 |
Malta | 3 |
TOTAAL | 321 |
Het ontwerpgrondwet stelt een meer simpel stemmingssysteem voor in 2009, waar een dubbele meerderheid voldoende is als een absolute meerderheid van lidstaten, vertegenwoordigend op zijn minst 60% van de EU-bevolking.
Polen en Spanja hebben sterke bezwaren tegen dit voorstel: Spanje bekritiseerde de praktijk van uitsluiting wanneer 60% van de bevolking is vertegenwoordigd.