Het niveau van de staatsverzorging voor ouderenpensioenen is een nationale bevoegdheid, net als de leeftijd waarop de mensen daar recht op hebben.
Het Europese hof is tussenbeide gekomen in de financiering van pensioensystemen door de [w danner_case]Danner zaak, waar een land niet toegestaan werd om belastingverlagingen te limiteren voor pensioenschema’s opgezet in een ander land.
De EU verbiedt ook enige discriminatie tussen de sexes of tussen de nationaliteiten. Dit heeft ertoe geleid dat sommige EU-landen, het VK bijvoorbeeld, gelijke gekwalificeerde ouderenpensioen hebben geïntroduceerd voor mannen en vrouwen. De meeste Europese pensioenschema’s zijn loongerelateerd. In het VK en Ierland is het echter gelijk tarief, en is daardoor goedkoper te financieren.
De toekomstkosten voor de ouderenpensioenen in de EU wordt gezien als een groeiend probleem, vanwege de vergrijzende bevolking, met implicaties voor toekomstige publieke schuldniveau’s in verschillende lidstaten en het beheer van de EU-munteenheid.
De toekomst
Sommige gebieden van sociaal beleid (gedefinieerd in deel III van de Grondwet) worden voorgesteld als een gedeelde bevoegdheid in het Ontwerp van de Grondwet – EU-wetten zouden dan nationale bevoegdheden om regel te geven onderdrukken. Art. 13.4 van het Ontwerp van de Grondwet.